Koewachts dialect

Af en toe krijg je een e-mail van iemand die ook bezig is met ons mooie Zeeuws Vlaamse dialect .
Jo Morcus uit Koewacht vroeg me of zijn lijst ook een plaatsje mocht krijgen…natuurlijk!

Zoals al eerder op deze site opgemerkt:

Als de vader of grootvader van een lezer een andere interpretatie van een woord of een uitdrukking heeft of had dan mijn voorouders, dan is dat voor mij niet hinderlijk. Een mens is zijn taal, spreektaal en lichaamstaal bij elkaar en iedereen heeft recht op zijn waarheid. (Edy Compiet)


Het Koewachts dialect: (auteur: Jo Morcus)

NederlandsNl-Koewachtsopmerkingen:
Afkomstig van:Jo Morcus/ Guust Scholter 
aal, uit mestbjèr 
aalbessenreujebezen 
aalemmer(met steel)bjèrloet 
aan de haak slaanaondenaukslauhen 
aan een stuk doorahturmakoar 
aan het verstand brengen, duidelijk makenbijbringen 
aan iets beginnenmee iets behinnen 
aan onderworpen, afhankelijkonder de plak zitten 
aandoenaontrekken 
aangekleedaonheklieet 
aangekleedaongeklieet 
aangenaamplezierig 
aangeradenaongeraoenaongerao’un
aangeslenterdopzijnelvendertigst 
aangeslenterdaongedrieefelt 
aangezichttote,wezenbakuus
aanhoudentmeemakoarèntmeemakoar’èn
aanlengen (voeding)aonlingen 
aanmanenaanspjeuren 
aanmanen tot spoedallè affeseer nekeer 
aanrechtpompsteen 
aansprekenaonpielen,aon zijnjaskentrekken 
aanstekerbrikee 
aardappelpetat 
aardappelgebladertepetetterleuf 
aardappelmandpetattemande 
aardappelmeelpetatteblom 
aardappelmespetatschelder 
aardappelmes, iemand die aardappels schiltpetattescheller 
aardappelmesjepetetterschelderken, 
aardappelpletterpetattestamper 
aardappelpureegedredste petatten 
aardbeijerrebeze 
aardbei, moerbeibeze 
aardbeienijerbezeni’jerbezen
aarspoepenol 
aarzelen, traag werkennie affeseren 
aas voor visserswurms 
accidentjesakkefietsjen 
accordeontrekzak 
batterijpiele 
achter de meisjes aanzittennenrokkenjoagernun rokkejoager
achterlijk meisjeseutsjen, 
achtermekaar, opeenvolgend, constantakkefietsjen 
achtersteol, hat, 
achterstekont 
achterste, kontpoepenol 
achterwerkhat, kont,reet 
ademoasem 
aderaueraour
afbladeren(verf)afblaoren 
afgaan, toiletbezoekkakken,schijten 
afgepeigerdafgekeusen 
afgepeigerddenboutaf zijn 
afgevoerdweggebrocht 
afkeernie gjèrn èn 
afkeurenniegoevinnen 
afnemen van krachtenachteruitgoan,drnieopverbeteren 
afranselingrammelinge 
afrikaantje(bloem)affrikaontsjes 
afslaanafslaugen, 
afsteken, afschrepenafsteekn 
aftrekkenafsnokken 
aftrochelenbietsen 
afvaltroep,brol,bucht 
afvoerenwegdoen 
afwezigeiem. Die a zij kat stuurt 
aggressieve vrouwn tieke,n teve 
ajuinsausajuinsause 
akkeropritslop, dammehat 
alez, zegallez heallee hé
allemaalammaol 
alles te gedetailleerd wetenmuggeziften 
als het u beliefdastablieft 
als het wareastware 
als ikazzekik 
als je dataggeda 
altijdalt 
altijd, steedsalzeleven 
aluminiumfoliezilverpapier 
alweterwijzeneer 
ambras, lawaaivanoukleutemakenvanoukleujtemoaken
Amerikaanamerikoan 
amusementleutleute
amusementambians 
Antwerpenantweirpen 
appelboomappeleir 
appelsoortsterappels 
appelsoorthoudrenetten 
applaudiserenklappen 
architektarsetect 
armbanderrembant 
armoede hebbenermoe 
armoedigtniebreedentniebreejt’èn
arrangereninmakaorsteken 
arrangerenarranzeren 
asbakassiebak 
askruisjeassekruisken 
asschrantastrant 
aub-weljaastamblieft 
autonenotonunnoto
baas zijnveurtzeggen’èn 
baas, leiderboasveurman
babbelaartettereir 
babbelen, pratensmauzen 
babbelutenbabbeluutn 
badenintbadgoan 
bak,hokpatoet 
bakkebaardenfazzen 
bang (zijn),schuchterschou,benaut 
bangerdschijter, 
bangerikzjeker 
bangerikscheitere 
bangeriknezjeekere 
barsten, ook borstenbosten 
bazig persoonboasmauker 
beangstigend, bangelijkschoamoakenschaumauken
bedbedde 
bedkoefere 
bedenkennoardinken,peizen 
bedevaartbeeweën 
bedonderd wordengekleut worren 
bedriegendropleggendurroplehhen
bedriegenbesodemieteren 
bedriegen, valsspelensaleuren,kleuten 
bedriegersaleur 
bedrogendropgeleed, gekleutdurropheleed
beerbler 
beerput, aalputbjerput 
beetjebeetsjen, bitteken 
beetje kwaad zijn, zich verongelijkt voelenampetanterik 
begonnen (voetbalmatch, koers, programma?…))behost 
begrijp je heteddetdeur,eddem 
beitelbjetel 
bejaardentehuisbejoardenuis 
bejaardentehuistoumannenuis 
bekafdenboutaf 
bekokstooftkonklefoezen 
belediging(en)uitmauken,uitschellen 
belgiëbelhen 
bemiddelen, regelentussenkommen, 
ben gaan (zoeken)wemmen wisten zoeken 
ben je, zijt gijzijdehij 
bende (een hele)een zoe, negreuten eup 
benzinebenzine, 
bereidwilligstoat alt gereed 
besbeze 
beschadigdnoar de kleuten 
beschadigde appel door insectenmaostel 
beschuitpappielekespap 
bespatten, water gevenwoatergeven,sproeen 
best doen, zich opofferendrveurgoandurveurgoan
bestelen, schooienaftrohelenaftrohhelen
bestemming-betrekkingboan,dzjop 
betalenlappen 
betalenschuiven 
betastenpampelen 
betijen (laat me)herust loaten 
betrappentraperen 
beukenootjesnootsjes 
beulingbullinge 
beurt gevenbeurtegeven 
beurtelings leggenomenomdoen 
bevestigingtisinorde 
bevochtigensproeen 
bevuilenmottigmoaken 
bewegenlutsen 
bezembostelebessum
bibberen,bevenschudden 
biddenlezen 
bidprentjebieleken 
bier drinkenpinttrinken 
biertjepintsjen 
bigtsjuteken 
bigvigge 
bijbie 
bijeen garen, sparenteupe rijven 
bijlange nietbaunieetboanjeet
bijnabekan 
bijnaost 
bijnazuustnie 
bijna nietsostniet 
bijna niksostnietekleuten 
bijna scheel, schuinkaloens,gieerd 
bijna, blijkbaarbekan,bekanst 
bijpassen (geld)bijlehhen 
bijtsenbiesteren 
bijwerken (iemand)beunen 
biljartstoknekeu 
binnenglippenbinnenslieren 
binnenkortachterieenahteri jeen
binnenwippennoargaon 
bisschopbishop 
blaadjebloadsjen 
blaasvermogen op muziekinstrumentammezuur 
blaffenbassen 
blijkontentketent
blikken doosblikkendeuze 
bliksemenhemellichten 
blinkenglinsteren 
bloedroodbloereudbloe’reud
bloemblom 
bloemblommeplant
bloembolbollen 
bloemhofblommenof 
bloempotblompot 
bloobleut hat 
bloot gat, vrouwelopervrouenzot 
bodemloze puthatzonderende 
boeketboekee 
boers persoonnegrovven 
bokkig persoonnenbok 
bonenstaakbeunekodde 
boningeunink 
bonkenknotsen 
bont en blauw geslagenbontenblautgeslogen 
boodschappenboodschappen 
boodschappenmand/tasmande 
boodschappentastasse 
boodschappentasvalies 
boombjeum 
boomezel, mallejanurse 
boontjesbuuntjes, bjeunen 
bootbjeut 
bordtaleur 
bordjeschotelken 
borreldreupelken 
bors (haar)labros 
borstboste 
borst,boezemtiet 
borstelbustel 
borstenveurhevel 
borsten tetten 
botljes 
boterhambotram 
boterhammen smerenbotrammen brejen 
botsauto’sotoscoeter 
bottenljeirzen 
boven je stand levengruet toen 
bovenkamertje, opkamertjeveurkoamer 
bovenverdiepingzoldere 
braaf, rustig persoonnen braoven kleut 
braambesbroambeze 
bradenbraoen 
brandnetelstingels 
brei, smurriedrets,bahher 
breienbrein 
bremginst 
bremstruikginstestruik 
brilnenbril 
broerbroere 
brol, voorwerp zonder kwaliteitbrol,troep,rotsoo 
brompotkloagere sause 
bromvliegronker 
bruin broodtervebreud 
bruin suikerbruinesuikere 
buikloopschijterij, den dunnen 
buiklooptscheit scheiterij 
buikwind, bedorvenscheet 
buiten spelafsijt 
buitenkansokazie 
bult, hoopeujp 
bundel (stro)bussel 
bundels houtpens out 
bunzingvisse 
bureelbediendekanteurman 
burgemeesterburremjeestere 
bussel, handvolaffel 
café, herbergstammenee, kafee 
vrachtwagencamion, vrahtwaohen 
canada-populierwaubjeum 
capsonesstreken 
carbidlampcarbietlampe 
centnesent 
centrum (van dorp)turp 
centrum fietswielasse 
chicoreisigorei 
chocoladesjoklat 
cichoreisiekerei 
cinemacinema 
circus, situatiesierk 
clownachtig figuurkloon 
compostbewaarplaatsmesieup 
condoomkapootsjen 
confituurzjam 
confituurkonfituur 
contrasterenafsteken 
contrasterensteekt af 
copulerenpoepen 
corsetkorsee 
cowboykobooj 
cuberdons (neuzen)neuzen 
cumuluswolkenschaepewolkskes 
daardoar 
daargindshinter 
daarnaastdernevest, tsijen 
daarnet, zoëvendurzjuust 
dadelijk, strakssebietjes 
dakgootgote 
damemadam 
dansorgeldenurgelvancap 
danst naar ieders pijpenallemansvriendsjen 
dasplastron 
dat geeft nietdageefnie 
dat is klaar, ’t is in ordetiskler he 
dat is lang geledenlankgeleen 
dat is schoon(pegorat.)dasshjeun 
dat is zodasazjeu 
dat is zo ookdastzelde 
dat meent ge toch nietdamieendenie 
de avond, (in) het donkerdonker 
de beste kamerdescheunstekamer 
de ene bui na de anderedeenbuinaardandere 
de fanfare, de harmonietmuziek 
de gazondenbljeek 
de grensde grenze 
de hik hebbendenik 
de juiste mandezuusteman 
de kluts kwijtdeklutskwijt 
de levenskracht, de moedkoerazie 
de lieslieze 
de politiemarsesee 
de pot op, loop naar de pompleepnoardekleutenljeupnoardekleuten
de scheiding (de grens)schejentschee
de uweden ounendendienen vannou
deegbollen met rozijnenkneutels 
deel tussen hiel en zoolvreve 
dekensoazie 
dekselschele 
deksel (bv kookpot)potschele 
dekstierstier 
denkenpeizen 
dennenbos in De Klinge-Clingesparrenbos 
deukbuts 
deuropeningdeurehat 
deurtjedeurken 
dezedendezen 
diareeschijterij 
diareetschijt 
diareeneigingenopspelen 
diarreedendunnen 
die daardedienendaar 
die van haardienenvaneur 
diep gatdieperik 
diep nadenkenpeizen 
dierenartspjerdemeester 
dierenwagonbjeestewahon 
dik lijfpoke,pense 
dik of onverzorgd (vrouwmens)slonse 
dikke groentensoephutsepot 
dikke strontpladeister 
dikkopjes kikkerpuilonkskes 
directsebiet 
discusierenstreien 
discussiestreiment 
dittees 
dit jaarteesjaor 
dobbelenteirlingen 
doelloos rondlopenlanterfanteren 
domlomp 
dommeriklomperik 
dommerikstommekleut 
dooier(ei)dooere 
doopsuikerkindjessuiker 
door dat we …deurdamme 
doordat, doorheendoardeur 
doorgangdeurhang 
doornatzjekendnat 
doornen, stekels aan planten, rozendjeurels 
doorrijdendeurreien 
doos, busdeuze 
dopje, topjetsoepken 
dorpturp 
dorsaandrijving d.paardenrosmeulen,maneze 
dorstdust 
douanekummiezen 
douanierkommies 
draai rond de orendroarondzijneuren 
draai(om de oren)nelapveurzijneure 
draai(om de oren)nepatatrondzijneuren 
drempel; overname(café,winkel)durpel 
driedelig postuurpakmeeuonderveste 
driehoekdreioek 
driehoekig stuk (land, taart)giert,spie 
drinkbuspulle 
drinkenzuipen 
drinkentoeteren 
droge worstdreuge woste 
droge worstendreugewosten 
drogen op gras, afblekenblleken 
dronkaarddronkaers 
droogzwierderdreugere 
dropdrup 
druipnat, kletsnatzjekendnat 
dubbelarm paardenzwinge 
dubbelzinnig typetweezak 
duidelijk, helemaaljeemaol 
duif, mislukkelingduive 
duimen voorkjeskenopsteken,duimen 
duimspijkertretsen 
duisterdustere 
duitekliever,muggezifterpezewevwere 
duitsermof 
duivenmandmande 
duizendpootduuzendpeuter 
dutjetukske 
duurdier,kostelijk 
duwdaug 
duwendoagen 
dwaas zitten kijkendweskijker 
dwaas, lomperikdwjeszak 
dwarsbomernendwjezzen 
dwarsliggerdwjeizen 
eau de cologneriekendewatere 
echt waar (het is)echtwaor 
eenne 
een ader (in het lichaam)nenaore 
een arm gevenneneirmheven 
een beetjebitsjen 
een blauwtje , beetnemennboalindenekslaohen 
een dikke portiegruetstik 
een dure persoonnenkosteliken 
een einde, eindweegstende 
een eindje koordeenendetou 
een eindweegsnenendeweg 
een heel eind, gedeeltelijk kunnen volgenkostemniemeervolgen 
een hekel hebben aannenekel 
een kattewasjeeenvreve 
één keerejenekeer 
een klein beetjeklenbitsjen 
een kleinigheidkleinigheid 
een laag vuillaogskevuil 
een liedjeliekske 
een plensbuiplensbui 
één strontkeutele 
een stropdasneplastron 
een stukjestiksken 
een toneelstukkaser 
een uurwerk, een kloknelozie 
een weinig, iets of watbitsjen 
eendpiele 
eend, batterijbattreij 
eensnekeer 
eens komt het, op een dagopnekjeer 
eens, een keernekeer 
eenzelvig, onbeholpen, onhandigonandig 
eetbordtleele 
eetbordteleur 
eeuwigalzeleven 
effengelijk 
egeegde 
egelstekelverken 
eierdooierdore 
eigenlijkeigeluk 
eind van mijn latijnopzijnende 
eindjeendsjen 
eksteroakster 
elastiekrekker 
electriciteiteletriek 
electriciteitstrjeum, 
elkaarmakkoar 
elkaar gemistgeschrappeerd 
embouchureammezuur 
en dat weendamme 
en zodoendezjeudoende 
enig kindallene 
enkelalleen(ig) 
enkel (van been)knoesel 
er is iets misdristerietsniezuust 
er naast pakkentsijenpakken 
er niet bij horensteekt af 
er niets van makenprutsen 
er op gelijkenoptrekkentrekt er op
er tegen kunnennenertenkeunen verdraogen
er zorg voor dragenopasser 
ergvreejd 
ergjeel 
erg veelvreejvele 
erge buikloopkletterschijt 
ergensieveranst 
ergens afvallen, afvoerenafgesteuken 
ergens andersieveranst anders 
ergens vlug op ingaanei e zeu ver nie gepeist 
ergens, nergensieveranst,nieveranst 
ermee gefopt zijnei istermeegekleut 
ernaasttsijen 
ernaast grijpentsijen pakken 
ernaast, daarnevendernevest 
ernstig (het is)tisergtispetat
erop of eronderteenoftander 
erwtjestrekkers, erwtenplukkerseirtentrekkers 
etenbanken 
etenvolstampen 
etenbinnenspelen 
etenschoven 
etenstijdschoftijd 
etterdragt 
etterenzweraozie 
eventjesevekes 
eventjes weggaankort weggaon 
ewelawel 
expresespress 
expres, vrijwilliguitzijneigen 
extra proper, netheidieel schjeun 
failliet verklaardfalliet 
favorietonzeman 
felkittige 
fel, snel, verstandigsnuggeren 
felle zonneschijnstekende zonne 
fietsfietsuitgesproken als viets
fijne vleeswaarschelleken vleessneivljees
fijngevoelig, gelovigtjeer 
finishdemete 
fit, lenig zijnneglatten 
flanellen (rok)flannel 
flapuitkleppe 
flauw, benauwdbenout 
flauwe, achterlijk (meisje)seute 
flinkekloeke 
fluitenschuifelen 
fluitje van een cent, eenvoudigfluitjenvannencentmakluk
fluweemfloren 
fluwelen broek, pantalonmansjester 
foefelenfoefeln 
fopspeentute 
fopspeentute 
fotograafportrettentrekker 
framekader 
frituurfrietkroam 
fruitwespappelbie 
fuik (voor vogels)mussekip,kepen 
ga opzij, let opuittekant 
ga uit de weguitdeweghe 
ga weggoateur 
gaan lopengaanspieeten 
gaan slapennaarmijnnennest 
gaasoendersgoas 
gaat ge meegaodemee 
gaatjegoatsjen 
ganster, deugnietsmjerlap 
garagegaroazje 
garnaalgjernoart 
gasgazze 
gasfornuisferneis veur de biesten,fornuis 
gat waterafvoer in muurmozzehat 
gatlikker, meepraterkontekruiper 
gazonbleek 
geaffronteerd, beledigd zijnrapgepikt 
gebakjepateeken 
gebouwgebau 
gebruiken, lenenbeezen 
gedeuktgebutst 
geengieeen 
geen eer van halennietaantebehoalen 
geen etenontovertoafele‘ontovertafele
geen ideegeenidee 
geen licht voorvalgjeenligtgeval 
geen ruziek makenoverieenkommen 
geen vaak hebbengenevoaken 
geen wederwoord hebbenniettezeggenèn 
geen zin hebbengenezin 
gehaktgekapt 
geholpen(niets)niksuitgoalen 
gehoordgjeurt 
geïnstalleerd, ingerichtgoegespannen 
geïrriteerde huidraufliees 
gek(onnozelaar)annewuiten 
gek, onnozelaarmezot 
gek, sukkelaar,zottekentroeten 
gekreuktgekreukeld 
geldsenzen 
geld opbrassenverbrassen 
geld weggevenmjeusen 
geldbeugelportemonnee 
geldsom-vervelende situatiefalliet 
geleerde bolgeletterden 
geliefd zijnvantrokvantrok zijn
gemiste afspraakgeplakt 
geniepige jonge mangeniepigoard 
geniepige vrouwteve 
geroestverroest 
gerookt paardevlees (broodbeleg)rjeukvlees 
geru´neerdgerinneweerd 
geruitgeruit 
gerust iemandtammen 
geschmikte vrouwpoeerdeuze 
geschrei, geween (met jouw)schrejen 
geslepen deugnietdeurwieksten 
geslepen persoongewieksten 
geslepeneuitgekookten 
gespgepse 
gesprekproatsjen 
gestapelde graanschovenopper 
gestommellawijt 
geul om te zaaienrillekes 
geultjeveurken 
geÙmailleerde drinktaspulle 
gevangen nemenbinnengestoken 
gevangenisden bak, petoet 
gevangeniskasjot 
geweldig, raar genoegvrieedaordig 
gewoongewjeun 
gezegdgezeen 
gezichtwezen 
gezichtsveldschietlap 
giechelaargiegeleir 
gierbeir 
gieregaardkrebbenbijter 
gieregaarduerenijper 
gierigschroal 
gierigaardne schroalen 
ginder, daarhinter 
glad (van vloer of ijslaag)glattig 
glazen knikkermerbel 
glijbaanslierbaan 
glijdenslieren 
glijden, schuivenslieren 
gloeiend (heet)stikheet 
goed doorduwendeurdaugen 
goed geluimdgoegezint 
goed gemutstgoegemutst 
goed in zijn vel zittengoedinzijnvel 
goed voorbeeldgoeveurbeeld 
goede kerel nungoeiengast
goede mopnegoeemop 
goede morgen, ook negatief bedoelddegoeendag hé 
goeiedagheuj,tseur 
goesting, zin ingoesting 
gokken, radenrouen 
golvend haarkruloar 
goochelengoocheleir 
gooienrooienro’en
gouden juwelengouwerk 
graaggeiren 
graangroan,terve,gijeste,rohheavere 
graanschovenschjeuf op stuiken 
graanschoven in veldstuiken 
grapjehrap 
grappigheid, om te lachen, om te pestenverveligaerd,ne kloon 
grasgas 
grasveld, bleekblieek 
grendelhrendl 
grens, streephrenze 
grens, streepdemete 
grijpen, pakkenstekken 
groentenhroente 
groep(jes)kladde 
groepje, trosjeulleken 
groot geworden, volwassenvolslegen 
grote dorstgreutendust 
grote handengreuteklauen 
grote knikkerbolleket 
grote portie, veel geld gekregengoevangetrokken 
grote trom (muziek)grossekesse 
grote wanordegreute zowe 
grote witte bonenboerentijenen 
gsmolten rundsvetroet 
gul, royaalrieoal 
gulpspriet 
gulzig drinkengulzigoard 
gulzig of veel etenbankan 
gulzigaardschoeffeleir 
haagwjeire 
haakjeauksken 
haar leeftijdeur aude 
haar manier van lopen, gaan, stappeneure hank 
haarfranjefroefroe 
haarfranjetsoep 
haarkapperkwaffeur 
haarspeldoarspelle 
haarstukjeoarstiksken 
haastost 
haast jeaostaost ou
haasten(rap stappen)oasten 
haasten(rap stappen)oastig 
haastigoastig 
haatgevoelensvrok 
hadden (wij)omenwij 
hagelslagmuizekorrels 
hakenoaken 
hakschoeneneugielekes 
halen, nemenoalen 
hallotseur 
hallo, goedendagweuj 
halshangertjeangerken 
halve garennewuiten 
halve garen, vreemd iemandwuter 
halvegaren, uilbadden 
handelaarandeleir 
handelaar in lompenvoddegoarder 
handelswaarmarsjandies 
handenklauen,pieuten 
handig verkopersjachleir 
handschoenen (zonder vinger)wanten 
handtassjakkos 
handvolaffel 
handwasjekattewasken 
hangertje (sieraad)angerken 
hangt aan moeders rokkenmoederskindsjen 
hard brullenlaweiteren 
hard rijdenert reien 
hard slaanpoefen 
hard werkenbeulen 
hard werkenbuzzegeven 
hard werkenertwjerken 
hard werkend iemandbeul 
harder, snellerrap 
hardop boerenboeren 
haringeirink 
harken, harkelenrijven 
hebbenèn 
hebben en houdenheel zijn boel 
hebben jullieedde hulder 
heel bijnabekans 
hegwjeire 
heggeschaarwjeirsheire 
heimelijk doen, fikseneimelijken 
heisa makenvanzijnentorenbloazen 
hekekken 
hekel aan iemandnenekel 
helder geluidzuiver 
helemaalammel 
helemaal alleenejmaol allieen 
helemaal hetzelfdealtijdtselfde 
helemaal mis, verkeerdkonteverkeerd 
helemaal niet, ver vanverrevandoaan 
hemdemde 
hemd of hemdslipsleppe 
hemelsblauwemelsblaut 
hengelviskodde 
herderstafschoapstal 
hersenenesses 
herseninfractberoerte 
herstellenopkalefoateren 
hersteller keukengereipottemoaker 
hespepse 
het bout makenverveligoard 
het ergstevriee erreg 
het gafkeirkepeutsjen 
het hele zootjetjeelezooken 
het is mogelijktesmeugleik 
het is zeer ergtispetatzulle 
het lang uithouden, lang wegblijventlankuitauen 
het legerden troep 
het moeilijk hebbentmoeleiken 
het niet gehaald hebbeneikwamtekort 
het op de heupen krijgenstreken en 
het smerig maken, overdrijvenstoefer 
het staat eropstoaterop 
het waait hevigtwaotert 
het wordt bewolkt, de lucht betrektbetrekken 
het zit erop, uitbrekentisgedoan 
het zwart schaaptswartschaup, 
hetwelkedewelksten 
hetzelfdetieenderse 
hevig, krachtigforseg 
hier en ginderierentoar 
hij had hemijodem 
hij had het zittenij oont zitn 
hij heeft ze niet alle vijfije zallevijvenie 
hij was dronkenpoepeloerezat 
hij was van meningij oot gedacht 
hij zit in nestenzit in de petatten 
hinkelsteeninkelstieen 
hinkenmanken 
hobbelpaardoepelperd 
hoelangoe lank 
hoepel opdondertop 
hoerenkot, donker cafeetjeoerekot 
hoestdrank op basis van zouthoutklutsendrup 
hoge hakkenjeugielen 
hoge klompenshuiten 
hokjekootsten 
hommelossel 
homp(brood, hesp)stikbreud 
hooizolderschelf 
hondenetenondeneten 
hondenleibandriem 
hoofdkop 
hoofdsterre 
hoofdkussen, peluwjeuftkussen 
hoofdonderwijzer, directeurbovenmeester 
hoofdschilfersschelferkes 
hoog van de toren blazeneuginzijnenbolen 
hooizolderschelve 
hoopjeieuepken 
hoor je het?jeurdent 
hoorntje(ijs)toeterken 
horensjeurens‘eurens
horlogearlozie 
houd u goedaudouhoedhe 
houten boterteilboterschotele 
houten steem pikpikwerf 
houten vloerplansee 
houtje voor samenhoudenkneuvel 
houtmandmotsmande 
houtwormmullem 
hovaardiggrieutsig 
hovaardig iemandnejanmijnkleuten 
hovaardig iemand, kakmadamkakmadam 
hovaardige jongedamnegreutsige 
hozen (van water)uiteusen 
huichelaarleugenjer 
huiduitslag, ontstekingenbrand 
NederlandsNl-Koewachtsopmerkingen:
Afkomstig van:Jo Morcus/ Guust Scholter 
aal, uit mestbjèr 
aalbessenreujebezen 
aalemmer(met steel)bjèrloet 
aan de haak slaanaondenaukslauhen 
aan een stuk doorahturmakoar 
aan het verstand brengen, duidelijk makenbijbringen 
NederlandsNl-Koewachtsopmerkingen:
Afkomstig van:Jo Morcus/ Guust Scholter 
aal, uit mestbjèr 
aalbessenreujebezen 
aalemmer(met steel)bjèrloet 
aan de haak slaanaondenaukslauhen 
aan een stuk doorahturmakoar 
aan het verstand brengen, duidelijk makenbijbringen 
aan iets beginnenmee iets behinnen 
aan onderworpen, afhankelijkonder de plak zitten 
aandoenaontrekken 
aangekleedaonheklieet 
aangekleedaongeklieet 
aangenaamplezierig 
aangeradenaongeraoenaongerao’un
aangeslenterdopzijnelvendertigst 
aangeslenterdaongedrieefelt 
aangezichttote,wezenbakuus
aanhoudentmeemakoarèntmeemakoar’èn
aanlengen (voeding)aonlingen 
aanmanenaanspjeuren 
aanmanen tot spoedallè affeseer nekeer 
aanrechtpompsteen 
aansprekenaonpielen,aon zijnjaskentrekken 
aanstekerbrikee 
aardappelpetat 
aardappelgebladertepetetterleuf 
aardappelmandpetattemande 
aardappelmeelpetatteblom 
aardappelmespetatschelder 
aardappelmes, iemand die aardappels schiltpetattescheller 
aardappelmesjepetetterschelderken, 
aardappelpletterpetattestamper 
aardappelpureegedredste petatten 
aardbeijerrebeze 
aardbei, moerbeibeze 
aardbeienijerbezeni’jerbezen
aarspoepenol 
aarzelen, traag werkennie affeseren 
aas voor visserswurms 
accidentjesakkefietsjen 
accordeontrekzak 
batterijpiele 
achter de meisjes aanzittennenrokkenjoagernun rokkejoager
achterlijk meisjeseutsjen, 
achtermekaar, opeenvolgend, constantakkefietsjen 
achtersteol, hat, 
achterstekont 
achterste, kontpoepenol 
achterwerkhat, kont,reet 
ademoasem 
aderaueraour
afbladeren(verf)afblaoren 
afgaan, toiletbezoekkakken,schijten 
afgepeigerdafgekeusen 
afgepeigerddenboutaf zijn 
afgevoerdweggebrocht 
afkeernie gjèrn èn 
afkeurenniegoevinnen 
afnemen van krachtenachteruitgoan,drnieopverbeteren 
afranselingrammelinge 
afrikaantje(bloem)affrikaontsjes 
afslaanafslaugen, 
afsteken, afschrepenafsteekn 
aftrekkenafsnokken 
aftrochelenbietsen 
afvaltroep,brol,bucht 
afvoerenwegdoen 
afwezigeiem. Die a zij kat stuurt 
aggressieve vrouwn tieke,n teve 
ajuinsausajuinsause 
akkeropritslop, dammehat 
alez, zegallez heallee hé
allemaalammaol 
alles te gedetailleerd wetenmuggeziften 
als het u beliefdastablieft 
als het wareastware 
als ikazzekik 
als je dataggeda 
altijdalt 
altijd, steedsalzeleven 
aluminiumfoliezilverpapier 
alweterwijzeneer 
ambras, lawaaivanoukleutemakenvanoukleujtemoaken
Amerikaanamerikoan 
amusementleutleute
amusementambians 
Antwerpenantweirpen 
appelboomappeleir 
appelsoortsterappels 
appelsoorthoudrenetten 
applaudiserenklappen 
architektarsetect 
armbanderrembant 
armoede hebbenermoe 
armoedigtniebreedentniebreejt’èn
arrangereninmakaorsteken 
arrangerenarranzeren 
asbakassiebak 
askruisjeassekruisken 
asschrantastrant 
aub-weljaastamblieft 
autonenotonunnoto
baas zijnveurtzeggen’èn 
baas, leiderboasveurman
babbelaartettereir 
babbelen, pratensmauzen 
babbelutenbabbeluutn 
badenintbadgoan 
bak,hokpatoet 
bakkebaardenfazzen 
bang (zijn),schuchterschou,benaut 
bangerdschijter, 
bangerikzjeker 
bangerikscheitere 
bangeriknezjeekere 
barsten, ook borstenbosten 
bazig persoonboasmauker 
beangstigend, bangelijkschoamoakenschaumauken
bedbedde 
bedkoefere 
bedenkennoardinken,peizen 
bedevaartbeeweën 
bedonderd wordengekleut worren 
bedriegendropleggendurroplehhen
bedriegenbesodemieteren 
bedriegen, valsspelensaleuren,kleuten 
bedriegersaleur 
bedrogendropgeleed, gekleutdurropheleed
beerbler 
beerput, aalputbjerput 
beetjebeetsjen, bitteken 
beetje kwaad zijn, zich verongelijkt voelenampetanterik 
begonnen (voetbalmatch, koers, programma?…))behost 
begrijp je heteddetdeur,eddem 
beitelbjetel 
bejaardentehuisbejoardenuis 
bejaardentehuistoumannenuis 
bekafdenboutaf 
bekokstooftkonklefoezen 
belediging(en)uitmauken,uitschellen 
belgiëbelhen 
bemiddelen, regelentussenkommen, 
ben gaan (zoeken)wemmen wisten zoeken 
ben je, zijt gijzijdehij 
bende (een hele)een zoe, negreuten eup 
benzinebenzine, 
bereidwilligstoat alt gereed 
besbeze 
beschadigdnoar de kleuten 
beschadigde appel door insectenmaostel 
beschuitpappielekespap 
bespatten, water gevenwoatergeven,sproeen 
best doen, zich opofferendrveurgoandurveurgoan
bestelen, schooienaftrohelenaftrohhelen
bestemming-betrekkingboan,dzjop 
betalenlappen 
betalenschuiven 
betastenpampelen 
betijen (laat me)herust loaten 
betrappentraperen 
beukenootjesnootsjes 
beulingbullinge 
beurt gevenbeurtegeven 
beurtelings leggenomenomdoen 
bevestigingtisinorde 
bevochtigensproeen 
bevuilenmottigmoaken 
bewegenlutsen 
bezembostelebessum
bibberen,bevenschudden 
biddenlezen 
bidprentjebieleken 
bier drinkenpinttrinken 
biertjepintsjen 
bigtsjuteken 
bigvigge 
bijbie 
bijeen garen, sparenteupe rijven 
bijlange nietbaunieetboanjeet
bijnabekan 
bijnaost 
bijnazuustnie 
bijna nietsostniet 
bijna niksostnietekleuten 
bijna scheel, schuinkaloens,gieerd 
bijna, blijkbaarbekan,bekanst 
bijpassen (geld)bijlehhen 
bijtsenbiesteren 
bijwerken (iemand)beunen 
biljartstoknekeu 
binnenglippenbinnenslieren 
binnenkortachterieenahteri jeen
binnenwippennoargaon 
bisschopbishop 
blaadjebloadsjen 
blaasvermogen op muziekinstrumentammezuur 
blaffenbassen 
blijkontentketent
blikken doosblikkendeuze 
bliksemenhemellichten 
blinkenglinsteren 
bloedroodbloereudbloe’reud
bloemblom 
bloemblommeplant
bloembolbollen 
bloemhofblommenof 
bloempotblompot 
bloobleut hat 
bloot gat, vrouwelopervrouenzot 
bodemloze puthatzonderende 
boeketboekee 
boers persoonnegrovven 
bokkig persoonnenbok 
bonenstaakbeunekodde 
boningeunink 
bonkenknotsen 
bont en blauw geslagenbontenblautgeslogen 
boodschappenboodschappen 
boodschappenmand/tasmande 
boodschappentastasse 
boodschappentasvalies 
boombjeum 
boomezel, mallejanurse 
boontjesbuuntjes, bjeunen 
bootbjeut 
bordtaleur 
bordjeschotelken 
borreldreupelken 
bors (haar)labros 
borstboste 
borst,boezemtiet 
borstelbustel 
borstenveurhevel 
borsten tetten 
botljes 
boterhambotram 
boterhammen smerenbotrammen brejen 
botsauto’sotoscoeter 
bottenljeirzen 
boven je stand levengruet toen 
bovenkamertje, opkamertjeveurkoamer 
bovenverdiepingzoldere 
braaf, rustig persoonnen braoven kleut 
braambesbroambeze 
bradenbraoen 
brandnetelstingels 
brei, smurriedrets,bahher 
breienbrein 
bremginst 
bremstruikginstestruik 
brilnenbril 
broerbroere 
brol, voorwerp zonder kwaliteitbrol,troep,rotsoo 
brompotkloagere sause 
bromvliegronker 
bruin broodtervebreud 
bruin suikerbruinesuikere 
buikloopschijterij, den dunnen 
buiklooptscheit scheiterij 
buikwind, bedorvenscheet 
buiten spelafsijt 
buitenkansokazie 
bult, hoopeujp 
bundel (stro)bussel 
bundels houtpens out 
bunzingvisse 
bureelbediendekanteurman 
burgemeesterburremjeestere 
bussel, handvolaffel 
café, herbergstammenee, kafee 
vrachtwagencamion, vrahtwaohen 
canada-populierwaubjeum 
capsonesstreken 
carbidlampcarbietlampe 
centnesent 
centrum (van dorp)turp 
centrum fietswielasse 
chicoreisigorei 
chocoladesjoklat 
cichoreisiekerei 
cinemacinema 
circus, situatiesierk 
clownachtig figuurkloon 
compostbewaarplaatsmesieup 
condoomkapootsjen 
confituurzjam 
confituurkonfituur 
contrasterenafsteken 
contrasterensteekt af 
copulerenpoepen 
corsetkorsee 
cowboykobooj 
cuberdons (neuzen)neuzen 
cumuluswolkenschaepewolkskes 
daardoar 
daargindshinter 
daarnaastdernevest, tsijen 
daarnet, zoëvendurzjuust 
dadelijk, strakssebietjes 
dakgootgote 
damemadam 
dansorgeldenurgelvancap 
danst naar ieders pijpenallemansvriendsjen 
dasplastron 
dat geeft nietdageefnie 
dat is klaar, ’t is in ordetiskler he 
dat is lang geledenlankgeleen 
dat is schoon(pegorat.)dasshjeun 
dat is zodasazjeu 
dat is zo ookdastzelde 
dat meent ge toch nietdamieendenie 
de avond, (in) het donkerdonker 
de beste kamerdescheunstekamer 
de ene bui na de anderedeenbuinaardandere 
de fanfare, de harmonietmuziek 
de gazondenbljeek 
de grensde grenze 
de hik hebbendenik 
de juiste mandezuusteman 
de kluts kwijtdeklutskwijt 
de levenskracht, de moedkoerazie 
de lieslieze 
de politiemarsesee 
de pot op, loop naar de pompleepnoardekleutenljeupnoardekleuten
de scheiding (de grens)schejentschee
de uweden ounendendienen vannou
deegbollen met rozijnenkneutels 
deel tussen hiel en zoolvreve 
dekensoazie 
dekselschele 
deksel (bv kookpot)potschele 
dekstierstier 
denkenpeizen 
dennenbos in De Klinge-Clingesparrenbos 
deukbuts 
deuropeningdeurehat 
deurtjedeurken 
dezedendezen 
diareeschijterij 
diareetschijt 
diareeneigingenopspelen 
diarreedendunnen 
die daardedienendaar 
die van haardienenvaneur 
diep gatdieperik 
diep nadenkenpeizen 
dierenartspjerdemeester 
dierenwagonbjeestewahon 
dik lijfpoke,pense 
dik of onverzorgd (vrouwmens)slonse 
dikke groentensoephutsepot 
dikke strontpladeister 
dikkopjes kikkerpuilonkskes 
directsebiet 
discusierenstreien 
discussiestreiment 
dittees 
dit jaarteesjaor 
dobbelenteirlingen 
doelloos rondlopenlanterfanteren 
domlomp 
dommeriklomperik 
dommerikstommekleut 
dooier(ei)dooere 
doopsuikerkindjessuiker 
door dat we …deurdamme 
doordat, doorheendoardeur 
doorgangdeurhang 
doornatzjekendnat 
doornen, stekels aan planten, rozendjeurels 
doorrijdendeurreien 
doos, busdeuze 
dopje, topjetsoepken 
dorpturp 
dorsaandrijving d.paardenrosmeulen,maneze 
dorstdust 
douanekummiezen 
douanierkommies 
draai rond de orendroarondzijneuren 
draai(om de oren)nelapveurzijneure 
draai(om de oren)nepatatrondzijneuren 
drempel; overname(café,winkel)durpel 
driedelig postuurpakmeeuonderveste 
driehoekdreioek 
driehoekig stuk (land, taart)giert,spie 
drinkbuspulle 
drinkenzuipen 
drinkentoeteren 
droge worstdreuge woste 
droge worstendreugewosten 
drogen op gras, afblekenblleken 
dronkaarddronkaers 
droogzwierderdreugere 
dropdrup 
druipnat, kletsnatzjekendnat 
dubbelarm paardenzwinge 
dubbelzinnig typetweezak 
duidelijk, helemaaljeemaol 
duif, mislukkelingduive 
duimen voorkjeskenopsteken,duimen 
duimspijkertretsen 
duisterdustere 
duitekliever,muggezifterpezewevwere 
duitsermof 
duivenmandmande 
duizendpootduuzendpeuter 
dutjetukske 
duurdier,kostelijk 
duwdaug 
duwendoagen 
dwaas zitten kijkendweskijker 
dwaas, lomperikdwjeszak 
dwarsbomernendwjezzen 
dwarsliggerdwjeizen 
eau de cologneriekendewatere 
echt waar (het is)echtwaor 
eenne 
een ader (in het lichaam)nenaore 
een arm gevenneneirmheven 
een beetjebitsjen 
een blauwtje , beetnemennboalindenekslaohen 
een dikke portiegruetstik 
een dure persoonnenkosteliken 
een einde, eindweegstende 
een eindje koordeenendetou 
een eindweegsnenendeweg 
een heel eind, gedeeltelijk kunnen volgenkostemniemeervolgen 
een hekel hebben aannenekel 
een kattewasjeeenvreve 
één keerejenekeer 
een klein beetjeklenbitsjen 
een kleinigheidkleinigheid 
een laag vuillaogskevuil 
een liedjeliekske 
een plensbuiplensbui 
één strontkeutele 
een stropdasneplastron 
een stukjestiksken 
een toneelstukkaser 
een uurwerk, een kloknelozie 
een weinig, iets of watbitsjen 
eendpiele 
eend, batterijbattreij 
eensnekeer 
eens komt het, op een dagopnekjeer 
eens, een keernekeer 
eenzelvig, onbeholpen, onhandigonandig 
eetbordtleele 
eetbordteleur 
eeuwigalzeleven 
effengelijk 
egeegde 
egelstekelverken 
eierdooierdore 
eigenlijkeigeluk 
eind van mijn latijnopzijnende 
eindjeendsjen 
eksteroakster 
elastiekrekker 
electriciteiteletriek 
electriciteitstrjeum, 
elkaarmakkoar 
elkaar gemistgeschrappeerd 
embouchureammezuur 
en dat weendamme 
en zodoendezjeudoende 
enig kindallene 
enkelalleen(ig) 
enkel (van been)knoesel 
er is iets misdristerietsniezuust 
er naast pakkentsijenpakken 
er niet bij horensteekt af 
er niets van makenprutsen 
er op gelijkenoptrekkentrekt er op
er tegen kunnennenertenkeunen verdraogen
er zorg voor dragenopasser 
ergvreejd 
ergjeel 
erg veelvreejvele 
erge buikloopkletterschijt 
ergensieveranst 
ergens afvallen, afvoerenafgesteuken 
ergens andersieveranst anders 
ergens vlug op ingaanei e zeu ver nie gepeist 
ergens, nergensieveranst,nieveranst 
ermee gefopt zijnei istermeegekleut 
ernaasttsijen 
ernaast grijpentsijen pakken 
ernaast, daarnevendernevest 
ernstig (het is)tisergtispetat
erop of eronderteenoftander 
erwtjestrekkers, erwtenplukkerseirtentrekkers 
etenbanken 
etenvolstampen 
etenbinnenspelen 
etenschoven 
etenstijdschoftijd 
etterdragt 
etterenzweraozie 
eventjesevekes 
eventjes weggaankort weggaon 
ewelawel 
expresespress 
expres, vrijwilliguitzijneigen 
extra proper, netheidieel schjeun 
failliet verklaardfalliet 
favorietonzeman 
felkittige 
fel, snel, verstandigsnuggeren 
felle zonneschijnstekende zonne 
fietsfietsuitgesproken als viets
fijne vleeswaarschelleken vleessneivljees
fijngevoelig, gelovigtjeer 
finishdemete 
fit, lenig zijnneglatten 
flanellen (rok)flannel 
flapuitkleppe 
flauw, benauwdbenout 
flauwe, achterlijk (meisje)seute 
flinkekloeke 
fluitenschuifelen 
fluitje van een cent, eenvoudigfluitjenvannencentmakluk
fluweemfloren 
fluwelen broek, pantalonmansjester 
foefelenfoefeln 
fopspeentute 
fopspeentute 
fotograafportrettentrekker 
framekader 
frituurfrietkroam 
fruitwespappelbie 
fuik (voor vogels)mussekip,kepen 
ga opzij, let opuittekant 
ga uit de weguitdeweghe 
ga weggoateur 
gaan lopengaanspieeten 
gaan slapennaarmijnnennest 
gaasoendersgoas 
gaat ge meegaodemee 
gaatjegoatsjen 
ganster, deugnietsmjerlap 
garagegaroazje 
garnaalgjernoart 
gasgazze 
gasfornuisferneis veur de biesten,fornuis 
gat waterafvoer in muurmozzehat 
gatlikker, meepraterkontekruiper 
gazonbleek 
geaffronteerd, beledigd zijnrapgepikt 
gebakjepateeken 
gebouwgebau 
gebruiken, lenenbeezen 
gedeuktgebutst 
geengieeen 
geen eer van halennietaantebehoalen 
geen etenontovertoafele‘ontovertafele
geen ideegeenidee 
geen licht voorvalgjeenligtgeval 
geen ruziek makenoverieenkommen 
geen vaak hebbengenevoaken 
geen wederwoord hebbenniettezeggenèn 
geen zin hebbengenezin 
gehaktgekapt 
geholpen(niets)niksuitgoalen 
gehoordgjeurt 
geïnstalleerd, ingerichtgoegespannen 
geïrriteerde huidraufliees 
gek(onnozelaar)annewuiten 
gek, onnozelaarmezot 
gek, sukkelaar,zottekentroeten 
gekreuktgekreukeld 
geldsenzen 
geld opbrassenverbrassen 
geld weggevenmjeusen 
geldbeugelportemonnee 
geldsom-vervelende situatiefalliet 
geleerde bolgeletterden 
geliefd zijnvantrokvantrok zijn
gemiste afspraakgeplakt 
geniepige jonge mangeniepigoard 
geniepige vrouwteve 
geroestverroest 
gerookt paardevlees (broodbeleg)rjeukvlees 
geru´neerdgerinneweerd 
geruitgeruit 
gerust iemandtammen 
geschmikte vrouwpoeerdeuze 
geschrei, geween (met jouw)schrejen 
geslepen deugnietdeurwieksten 
geslepen persoongewieksten 
geslepeneuitgekookten 
gespgepse 
gesprekproatsjen 
gestapelde graanschovenopper 
gestommellawijt 
geul om te zaaienrillekes 
geultjeveurken 
geÙmailleerde drinktaspulle 
gevangen nemenbinnengestoken 
gevangenisden bak, petoet 
gevangeniskasjot 
geweldig, raar genoegvrieedaordig 
gewoongewjeun 
gezegdgezeen 
gezichtwezen 
gezichtsveldschietlap 
giechelaargiegeleir 
gierbeir 
gieregaardkrebbenbijter 
gieregaarduerenijper 
gierigschroal 
gierigaardne schroalen 
ginder, daarhinter 
glad (van vloer of ijslaag)glattig 
glazen knikkermerbel 
glijbaanslierbaan 
glijdenslieren 
glijden, schuivenslieren 
gloeiend (heet)stikheet 
goed doorduwendeurdaugen 
goed geluimdgoegezint 
goed gemutstgoegemutst 
goed in zijn vel zittengoedinzijnvel 
goed voorbeeldgoeveurbeeld 
goede kerel nungoeiengast
goede mopnegoeemop 
goede morgen, ook negatief bedoelddegoeendag hé 
goeiedagheuj,tseur 
goesting, zin ingoesting 
gokken, radenrouen 
golvend haarkruloar 
goochelengoocheleir 
gooienrooienro’en
gouden juwelengouwerk 
graaggeiren 
graangroan,terve,gijeste,rohheavere 
graanschovenschjeuf op stuiken 
graanschoven in veldstuiken 
grapjehrap 
grappigheid, om te lachen, om te pestenverveligaerd,ne kloon 
grasgas 
grasveld, bleekblieek 
grendelhrendl 
grens, streephrenze 
grens, streepdemete 
grijpen, pakkenstekken 
groentenhroente 
groep(jes)kladde 
groepje, trosjeulleken 
groot geworden, volwassenvolslegen 
grote dorstgreutendust 
grote handengreuteklauen 
grote knikkerbolleket 
grote portie, veel geld gekregengoevangetrokken 
grote trom (muziek)grossekesse 
grote wanordegreute zowe 
grote witte bonenboerentijenen 
gsmolten rundsvetroet 
gul, royaalrieoal 
gulpspriet 
gulzig drinkengulzigoard 
gulzig of veel etenbankan 
gulzigaardschoeffeleir 
haagwjeire 
haakjeauksken 
haar leeftijdeur aude 
haar manier van lopen, gaan, stappeneure hank 
haarfranjefroefroe 
haarfranjetsoep 
haarkapperkwaffeur 
haarspeldoarspelle 
haarstukjeoarstiksken 
haastost 
haast jeaostaost ou
haasten(rap stappen)oasten 
haasten(rap stappen)oastig 
haastigoastig 
haatgevoelensvrok 
hadden (wij)omenwij 
hagelslagmuizekorrels 
hakenoaken 
hakschoeneneugielekes 
halen, nemenoalen 
hallotseur 
hallo, goedendagweuj 
halshangertjeangerken 
halve garennewuiten 
halve garen, vreemd iemandwuter 
halvegaren, uilbadden 
handelaarandeleir 
handelaar in lompenvoddegoarder 
handelswaarmarsjandies 
handenklauen,pieuten 
handig verkopersjachleir 
handschoenen (zonder vinger)wanten 
handtassjakkos 
handvolaffel 
handwasjekattewasken 
hangertje (sieraad)angerken 
hangt aan moeders rokkenmoederskindsjen 
hard brullenlaweiteren 
hard rijdenert reien 
hard slaanpoefen 
hard werkenbeulen 
hard werkenbuzzegeven 
hard werkenertwjerken 
hard werkend iemandbeul 
harder, snellerrap 
hardop boerenboeren 
haringeirink 
harken, harkelenrijven 
hebbenèn 
hebben en houdenheel zijn boel 
hebben jullieedde hulder 
heel bijnabekans 
hegwjeire 
heggeschaarwjeirsheire 
heimelijk doen, fikseneimelijken 
heisa makenvanzijnentorenbloazen 
hekekken 
hekel aan iemandnenekel 
helder geluidzuiver 
helemaalammel 
helemaal alleenejmaol allieen 
helemaal hetzelfdealtijdtselfde 
helemaal mis, verkeerdkonteverkeerd 
helemaal niet, ver vanverrevandoaan 
hemdemde 
hemd of hemdslipsleppe 
hemelsblauwemelsblaut 
hengelviskodde 
herderstafschoapstal 
hersenenesses 
herseninfractberoerte 
herstellenopkalefoateren 
hersteller keukengereipottemoaker 
hespepse 
het bout makenverveligoard 
het ergstevriee erreg 
het gafkeirkepeutsjen 
het hele zootjetjeelezooken 
het is mogelijktesmeugleik 
het is zeer ergtispetatzulle 
het lang uithouden, lang wegblijventlankuitauen 
het legerden troep 
het moeilijk hebbentmoeleiken 
het niet gehaald hebbeneikwamtekort 
het op de heupen krijgenstreken en 
het smerig maken, overdrijvenstoefer 
het staat eropstoaterop 
het waait hevigtwaotert 
het wordt bewolkt, de lucht betrektbetrekken 
het zit erop, uitbrekentisgedoan 
het zwart schaaptswartschaup, 
hetwelkedewelksten 
hetzelfdetieenderse 
hevig, krachtigforseg 
hier en ginderierentoar 
hij had hemijodem 
hij had het zittenij oont zitn 
hij heeft ze niet alle vijfije zallevijvenie 
hij was dronkenpoepeloerezat 
hij was van meningij oot gedacht 
hij zit in nestenzit in de petatten 
hinkelsteeninkelstieen 
hinkenmanken 
hobbelpaardoepelperd 
hoelangoe lank 
hoepel opdondertop 
hoerenkot, donker cafeetjeoerekot 
hoestdrank op basis van zouthoutklutsendrup 
hoge hakkenjeugielen 
hoge klompenshuiten 
hokjekootsten 
hommelossel 
homp(brood, hesp)stikbreud 
hooizolderschelf 
hondenetenondeneten 
hondenleibandriem 
hoofdkop 
hoofdsterre 
hoofdkussen, peluwjeuftkussen 
hoofdonderwijzer, directeurbovenmeester 
hoofdschilfersschelferkes 
hoog van de toren blazeneuginzijnenbolen 
hooizolderschelve 
hoopjeieuepken 
hoor je het?jeurdent 
hoorntje(ijs)toeterken 
horensjeurens‘eurens
horlogearlozie 
houd u goedaudouhoedhe 
houten boterteilboterschotele 
houten steem pikpikwerf 
houten vloerplansee 
houtje voor samenhoudenkneuvel 
houtmandmotsmande 
houtwormmullem 
hovaardiggrieutsig 
hovaardig iemandnejanmijnkleuten 
hovaardig iemand, kakmadamkakmadam 
hovaardige jongedamnegreutsige 
hozen (van water)uiteusen 
huichelaarleugenjer 
huiduitslag, ontstekingenbrand 
NederlandsNl-Koewachtsopmerkingen:
Afkomstig van:Jo Morcus/ Guust Scholter 
aal, uit mestbjèr 
aalbessenreujebezen 
aalemmer(met steel)bjèrloet 
aan de haak slaanaondenaukslauhen 
aan een stuk doorahturmakoar 
aan het verstand brengen, duidelijk makenbijbringen 
NederlandsNl-Koewachtsopmerkingen:
Afkomstig van:Jo Morcus/ Guust Scholter 
aal, uit mestbjèr 
aalbessenreujebezen 
aalemmer(met steel)bjèrloet 
aan de haak slaanaondenaukslauhen 
aan een stuk doorahturmakoar 
aan het verstand brengen, duidelijk makenbijbringen 
aan iets beginnenmee iets behinnen 
aan onderworpen, afhankelijkonder de plak zitten 
aandoenaontrekken 
aangekleedaonheklieet 
aangekleedaongeklieet 
aangenaamplezierig 
aangeradenaongeraoenaongerao’un
aangeslenterdopzijnelvendertigst 
aangeslenterdaongedrieefelt 
aangezichttote,wezenbakuus
aanhoudentmeemakoarèntmeemakoar’èn
aanlengen (voeding)aonlingen 
aanmanenaanspjeuren 
aanmanen tot spoedallè affeseer nekeer 
aanrechtpompsteen 
aansprekenaonpielen,aon zijnjaskentrekken 
aanstekerbrikee 
aardappelpetat 
aardappelgebladertepetetterleuf 
aardappelmandpetattemande 
aardappelmeelpetatteblom 
aardappelmespetatschelder 
aardappelmes, iemand die aardappels schiltpetattescheller 
aardappelmesjepetetterschelderken, 
aardappelpletterpetattestamper 
aardappelpureegedredste petatten 
aardbeijerrebeze 
aardbei, moerbeibeze 
aardbeienijerbezeni’jerbezen
aarspoepenol 
aarzelen, traag werkennie affeseren 
aas voor visserswurms 
accidentjesakkefietsjen 
accordeontrekzak 
batterijpiele 
achter de meisjes aanzittennenrokkenjoagernun rokkejoager
achterlijk meisjeseutsjen, 
achtermekaar, opeenvolgend, constantakkefietsjen 
achtersteol, hat, 
achterstekont 
achterste, kontpoepenol 
achterwerkhat, kont,reet 
ademoasem 
aderaueraour
afbladeren(verf)afblaoren 
afgaan, toiletbezoekkakken,schijten 
afgepeigerdafgekeusen 
afgepeigerddenboutaf zijn 
afgevoerdweggebrocht 
afkeernie gjèrn èn 
afkeurenniegoevinnen 
afnemen van krachtenachteruitgoan,drnieopverbeteren 
afranselingrammelinge 
afrikaantje(bloem)affrikaontsjes 
afslaanafslaugen, 
afsteken, afschrepenafsteekn 
aftrekkenafsnokken 
aftrochelenbietsen 
afvaltroep,brol,bucht 
afvoerenwegdoen 
afwezigeiem. Die a zij kat stuurt 
aggressieve vrouwn tieke,n teve 
ajuinsausajuinsause 
akkeropritslop, dammehat 
alez, zegallez heallee hé
allemaalammaol 
alles te gedetailleerd wetenmuggeziften 
als het u beliefdastablieft 
als het wareastware 
als ikazzekik 
als je dataggeda 
altijdalt 
altijd, steedsalzeleven 
aluminiumfoliezilverpapier 
alweterwijzeneer 
ambras, lawaaivanoukleutemakenvanoukleujtemoaken
Amerikaanamerikoan 
amusementleutleute
amusementambians 
Antwerpenantweirpen 
appelboomappeleir 
appelsoortsterappels 
appelsoorthoudrenetten 
applaudiserenklappen 
architektarsetect 
armbanderrembant 
armoede hebbenermoe 
armoedigtniebreedentniebreejt’èn
arrangereninmakaorsteken 
arrangerenarranzeren 
asbakassiebak 
askruisjeassekruisken 
asschrantastrant 
aub-weljaastamblieft 
autonenotonunnoto
baas zijnveurtzeggen’èn 
baas, leiderboasveurman
babbelaartettereir 
babbelen, pratensmauzen 
babbelutenbabbeluutn 
badenintbadgoan 
bak,hokpatoet 
bakkebaardenfazzen 
bang (zijn),schuchterschou,benaut 
bangerdschijter, 
bangerikzjeker 
bangerikscheitere 
bangeriknezjeekere 
barsten, ook borstenbosten 
bazig persoonboasmauker 
beangstigend, bangelijkschoamoakenschaumauken
bedbedde 
bedkoefere 
bedenkennoardinken,peizen 
bedevaartbeeweën 
bedonderd wordengekleut worren 
bedriegendropleggendurroplehhen
bedriegenbesodemieteren 
bedriegen, valsspelensaleuren,kleuten 
bedriegersaleur 
bedrogendropgeleed, gekleutdurropheleed
beerbler 
beerput, aalputbjerput 
beetjebeetsjen, bitteken 
beetje kwaad zijn, zich verongelijkt voelenampetanterik 
begonnen (voetbalmatch, koers, programma?…))behost 
begrijp je heteddetdeur,eddem 
beitelbjetel 
bejaardentehuisbejoardenuis 
bejaardentehuistoumannenuis 
bekafdenboutaf 
bekokstooftkonklefoezen 
belediging(en)uitmauken,uitschellen 
belgiëbelhen 
bemiddelen, regelentussenkommen, 
ben gaan (zoeken)wemmen wisten zoeken 
ben je, zijt gijzijdehij 
bende (een hele)een zoe, negreuten eup 
benzinebenzine, 
bereidwilligstoat alt gereed 
besbeze 
beschadigdnoar de kleuten 
beschadigde appel door insectenmaostel 
beschuitpappielekespap 
bespatten, water gevenwoatergeven,sproeen 
best doen, zich opofferendrveurgoandurveurgoan
bestelen, schooienaftrohelenaftrohhelen
bestemming-betrekkingboan,dzjop 
betalenlappen 
betalenschuiven 
betastenpampelen 
betijen (laat me)herust loaten 
betrappentraperen 
beukenootjesnootsjes 
beulingbullinge 
beurt gevenbeurtegeven 
beurtelings leggenomenomdoen 
bevestigingtisinorde 
bevochtigensproeen 
bevuilenmottigmoaken 
bewegenlutsen 
bezembostelebessum
bibberen,bevenschudden 
biddenlezen 
bidprentjebieleken 
bier drinkenpinttrinken 
biertjepintsjen 
bigtsjuteken 
bigvigge 
bijbie 
bijeen garen, sparenteupe rijven 
bijlange nietbaunieetboanjeet
bijnabekan 
bijnaost 
bijnazuustnie 
bijna nietsostniet 
bijna niksostnietekleuten 
bijna scheel, schuinkaloens,gieerd 
bijna, blijkbaarbekan,bekanst 
bijpassen (geld)bijlehhen 
bijtsenbiesteren 
bijwerken (iemand)beunen 
biljartstoknekeu 
binnenglippenbinnenslieren 
binnenkortachterieenahteri jeen
binnenwippennoargaon 
bisschopbishop 
blaadjebloadsjen 
blaasvermogen op muziekinstrumentammezuur 
blaffenbassen 
blijkontentketent
blikken doosblikkendeuze 
bliksemenhemellichten 
blinkenglinsteren 
bloedroodbloereudbloe’reud
bloemblom 
bloemblommeplant
bloembolbollen 
bloemhofblommenof 
bloempotblompot 
bloobleut hat 
bloot gat, vrouwelopervrouenzot 
bodemloze puthatzonderende 
boeketboekee 
boers persoonnegrovven 
bokkig persoonnenbok 
bonenstaakbeunekodde 
boningeunink 
bonkenknotsen 
bont en blauw geslagenbontenblautgeslogen 
boodschappenboodschappen 
boodschappenmand/tasmande 
boodschappentastasse 
boodschappentasvalies 
boombjeum 
boomezel, mallejanurse 
boontjesbuuntjes, bjeunen 
bootbjeut 
bordtaleur 
bordjeschotelken 
borreldreupelken 
bors (haar)labros 
borstboste 
borst,boezemtiet 
borstelbustel 
borstenveurhevel 
borsten tetten 
botljes 
boterhambotram 
boterhammen smerenbotrammen brejen 
botsauto’sotoscoeter 
bottenljeirzen 
boven je stand levengruet toen 
bovenkamertje, opkamertjeveurkoamer 
bovenverdiepingzoldere 
braaf, rustig persoonnen braoven kleut 
braambesbroambeze 
bradenbraoen 
brandnetelstingels 
brei, smurriedrets,bahher 
breienbrein 
bremginst 
bremstruikginstestruik 
brilnenbril 
broerbroere 
brol, voorwerp zonder kwaliteitbrol,troep,rotsoo 
brompotkloagere sause 
bromvliegronker 
bruin broodtervebreud 
bruin suikerbruinesuikere 
buikloopschijterij, den dunnen 
buiklooptscheit scheiterij 
buikwind, bedorvenscheet 
buiten spelafsijt 
buitenkansokazie 
bult, hoopeujp 
bundel (stro)bussel 
bundels houtpens out 
bunzingvisse 
bureelbediendekanteurman 
burgemeesterburremjeestere 
bussel, handvolaffel 
café, herbergstammenee, kafee 
vrachtwagencamion, vrahtwaohen 
canada-populierwaubjeum 
capsonesstreken 
carbidlampcarbietlampe 
centnesent 
centrum (van dorp)turp 
centrum fietswielasse 
chicoreisigorei 
chocoladesjoklat 
cichoreisiekerei 
cinemacinema 
circus, situatiesierk 
clownachtig figuurkloon 
compostbewaarplaatsmesieup 
condoomkapootsjen 
confituurzjam 
confituurkonfituur 
contrasterenafsteken 
contrasterensteekt af 
copulerenpoepen 
corsetkorsee 
cowboykobooj 
cuberdons (neuzen)neuzen 
cumuluswolkenschaepewolkskes 
daardoar 
daargindshinter 
daarnaastdernevest, tsijen 
daarnet, zoëvendurzjuust 
dadelijk, strakssebietjes 
dakgootgote 
damemadam 
dansorgeldenurgelvancap 
danst naar ieders pijpenallemansvriendsjen 
dasplastron 
dat geeft nietdageefnie 
dat is klaar, ’t is in ordetiskler he 
dat is lang geledenlankgeleen 
dat is schoon(pegorat.)dasshjeun 
dat is zodasazjeu 
dat is zo ookdastzelde 
dat meent ge toch nietdamieendenie 
de avond, (in) het donkerdonker 
de beste kamerdescheunstekamer 
de ene bui na de anderedeenbuinaardandere 
de fanfare, de harmonietmuziek 
de gazondenbljeek 
de grensde grenze 
de hik hebbendenik 
de juiste mandezuusteman 
de kluts kwijtdeklutskwijt 
de levenskracht, de moedkoerazie 
de lieslieze 
de politiemarsesee 
de pot op, loop naar de pompleepnoardekleutenljeupnoardekleuten
de scheiding (de grens)schejentschee
de uweden ounendendienen vannou
deegbollen met rozijnenkneutels 
deel tussen hiel en zoolvreve 
dekensoazie 
dekselschele 
deksel (bv kookpot)potschele 
dekstierstier 
denkenpeizen 
dennenbos in De Klinge-Clingesparrenbos 
deukbuts 
deuropeningdeurehat 
deurtjedeurken 
dezedendezen 
diareeschijterij 
diareetschijt 
diareeneigingenopspelen 
diarreedendunnen 
die daardedienendaar 
die van haardienenvaneur 
diep gatdieperik 
diep nadenkenpeizen 
dierenartspjerdemeester 
dierenwagonbjeestewahon 
dik lijfpoke,pense 
dik of onverzorgd (vrouwmens)slonse 
dikke groentensoephutsepot 
dikke strontpladeister 
dikkopjes kikkerpuilonkskes 
directsebiet 
discusierenstreien 
discussiestreiment 
dittees 
dit jaarteesjaor 
dobbelenteirlingen 
doelloos rondlopenlanterfanteren 
domlomp 
dommeriklomperik 
dommerikstommekleut 
dooier(ei)dooere 
doopsuikerkindjessuiker 
door dat we …deurdamme 
doordat, doorheendoardeur 
doorgangdeurhang 
doornatzjekendnat 
doornen, stekels aan planten, rozendjeurels 
doorrijdendeurreien 
doos, busdeuze 
dopje, topjetsoepken 
dorpturp 
dorsaandrijving d.paardenrosmeulen,maneze 
dorstdust 
douanekummiezen 
douanierkommies 
draai rond de orendroarondzijneuren 
draai(om de oren)nelapveurzijneure 
draai(om de oren)nepatatrondzijneuren 
drempel; overname(café,winkel)durpel 
driedelig postuurpakmeeuonderveste 
driehoekdreioek 
driehoekig stuk (land, taart)giert,spie 
drinkbuspulle 
drinkenzuipen 
drinkentoeteren 
droge worstdreuge woste 
droge worstendreugewosten 
drogen op gras, afblekenblleken 
dronkaarddronkaers 
droogzwierderdreugere 
dropdrup 
druipnat, kletsnatzjekendnat 
dubbelarm paardenzwinge 
dubbelzinnig typetweezak 
duidelijk, helemaaljeemaol 
duif, mislukkelingduive 
duimen voorkjeskenopsteken,duimen 
duimspijkertretsen 
duisterdustere 
duitekliever,muggezifterpezewevwere 
duitsermof 
duivenmandmande 
duizendpootduuzendpeuter 
dutjetukske 
duurdier,kostelijk 
duwdaug 
duwendoagen 
dwaas zitten kijkendweskijker 
dwaas, lomperikdwjeszak 
dwarsbomernendwjezzen 
dwarsliggerdwjeizen 
eau de cologneriekendewatere 
echt waar (het is)echtwaor 
eenne 
een ader (in het lichaam)nenaore 
een arm gevenneneirmheven 
een beetjebitsjen 
een blauwtje , beetnemennboalindenekslaohen 
een dikke portiegruetstik 
een dure persoonnenkosteliken 
een einde, eindweegstende 
een eindje koordeenendetou 
een eindweegsnenendeweg 
een heel eind, gedeeltelijk kunnen volgenkostemniemeervolgen 
een hekel hebben aannenekel 
een kattewasjeeenvreve 
één keerejenekeer 
een klein beetjeklenbitsjen 
een kleinigheidkleinigheid 
een laag vuillaogskevuil 
een liedjeliekske 
een plensbuiplensbui 
één strontkeutele 
een stropdasneplastron 
een stukjestiksken 
een toneelstukkaser 
een uurwerk, een kloknelozie 
een weinig, iets of watbitsjen 
eendpiele 
eend, batterijbattreij 
eensnekeer 
eens komt het, op een dagopnekjeer 
eens, een keernekeer 
eenzelvig, onbeholpen, onhandigonandig 
eetbordtleele 
eetbordteleur 
eeuwigalzeleven 
effengelijk 
egeegde 
egelstekelverken 
eierdooierdore 
eigenlijkeigeluk 
eind van mijn latijnopzijnende 
eindjeendsjen 
eksteroakster 
elastiekrekker 
electriciteiteletriek 
electriciteitstrjeum, 
elkaarmakkoar 
elkaar gemistgeschrappeerd 
embouchureammezuur 
en dat weendamme 
en zodoendezjeudoende 
enig kindallene 
enkelalleen(ig) 
enkel (van been)knoesel 
er is iets misdristerietsniezuust 
er naast pakkentsijenpakken 
er niet bij horensteekt af 
er niets van makenprutsen 
er op gelijkenoptrekkentrekt er op
er tegen kunnennenertenkeunen verdraogen
er zorg voor dragenopasser 
ergvreejd 
ergjeel 
erg veelvreejvele 
erge buikloopkletterschijt 
ergensieveranst 
ergens afvallen, afvoerenafgesteuken 
ergens andersieveranst anders 
ergens vlug op ingaanei e zeu ver nie gepeist 
ergens, nergensieveranst,nieveranst 
ermee gefopt zijnei istermeegekleut 
ernaasttsijen 
ernaast grijpentsijen pakken 
ernaast, daarnevendernevest 
ernstig (het is)tisergtispetat
erop of eronderteenoftander 
erwtjestrekkers, erwtenplukkerseirtentrekkers 
etenbanken 
etenvolstampen 
etenbinnenspelen 
etenschoven 
etenstijdschoftijd 
etterdragt 
etterenzweraozie 
eventjesevekes 
eventjes weggaankort weggaon 
ewelawel 
expresespress 
expres, vrijwilliguitzijneigen 
extra proper, netheidieel schjeun 
failliet verklaardfalliet 
favorietonzeman 
felkittige 
fel, snel, verstandigsnuggeren 
felle zonneschijnstekende zonne 
fietsfietsuitgesproken als viets
fijne vleeswaarschelleken vleessneivljees
fijngevoelig, gelovigtjeer 
finishdemete 
fit, lenig zijnneglatten 
flanellen (rok)flannel 
flapuitkleppe 
flauw, benauwdbenout 
flauwe, achterlijk (meisje)seute 
flinkekloeke 
fluitenschuifelen 
fluitje van een cent, eenvoudigfluitjenvannencentmakluk
fluweemfloren 
fluwelen broek, pantalonmansjester 
foefelenfoefeln 
fopspeentute 
fopspeentute 
fotograafportrettentrekker 
framekader 
frituurfrietkroam 
fruitwespappelbie 
fuik (voor vogels)mussekip,kepen 
ga opzij, let opuittekant 
ga uit de weguitdeweghe 
ga weggoateur 
gaan lopengaanspieeten 
gaan slapennaarmijnnennest 
gaasoendersgoas 
gaat ge meegaodemee 
gaatjegoatsjen 
ganster, deugnietsmjerlap 
garagegaroazje 
garnaalgjernoart 
gasgazze 
gasfornuisferneis veur de biesten,fornuis 
gat waterafvoer in muurmozzehat 
gatlikker, meepraterkontekruiper 
gazonbleek 
geaffronteerd, beledigd zijnrapgepikt 
gebakjepateeken 
gebouwgebau 
gebruiken, lenenbeezen 
gedeuktgebutst 
geengieeen 
geen eer van halennietaantebehoalen 
geen etenontovertoafele‘ontovertafele
geen ideegeenidee 
geen licht voorvalgjeenligtgeval 
geen ruziek makenoverieenkommen 
geen vaak hebbengenevoaken 
geen wederwoord hebbenniettezeggenèn 
geen zin hebbengenezin 
gehaktgekapt 
geholpen(niets)niksuitgoalen 
gehoordgjeurt 
geïnstalleerd, ingerichtgoegespannen 
geïrriteerde huidraufliees 
gek(onnozelaar)annewuiten 
gek, onnozelaarmezot 
gek, sukkelaar,zottekentroeten 
gekreuktgekreukeld 
geldsenzen 
geld opbrassenverbrassen 
geld weggevenmjeusen 
geldbeugelportemonnee 
geldsom-vervelende situatiefalliet 
geleerde bolgeletterden 
geliefd zijnvantrokvantrok zijn
gemiste afspraakgeplakt 
geniepige jonge mangeniepigoard 
geniepige vrouwteve 
geroestverroest 
gerookt paardevlees (broodbeleg)rjeukvlees 
geru´neerdgerinneweerd 
geruitgeruit 
gerust iemandtammen 
geschmikte vrouwpoeerdeuze 
geschrei, geween (met jouw)schrejen 
geslepen deugnietdeurwieksten 
geslepen persoongewieksten 
geslepeneuitgekookten 
gespgepse 
gesprekproatsjen 
gestapelde graanschovenopper 
gestommellawijt 
geul om te zaaienrillekes 
geultjeveurken 
geÙmailleerde drinktaspulle 
gevangen nemenbinnengestoken 
gevangenisden bak, petoet 
gevangeniskasjot 
geweldig, raar genoegvrieedaordig 
gewoongewjeun 
gezegdgezeen 
gezichtwezen 
gezichtsveldschietlap 
giechelaargiegeleir 
gierbeir 
gieregaardkrebbenbijter 
gieregaarduerenijper 
gierigschroal 
gierigaardne schroalen 
ginder, daarhinter 
glad (van vloer of ijslaag)glattig 
glazen knikkermerbel 
glijbaanslierbaan 
glijdenslieren 
glijden, schuivenslieren 
gloeiend (heet)stikheet 
goed doorduwendeurdaugen 
goed geluimdgoegezint 
goed gemutstgoegemutst 
goed in zijn vel zittengoedinzijnvel 
goed voorbeeldgoeveurbeeld 
goede kerel nungoeiengast
goede mopnegoeemop 
goede morgen, ook negatief bedoelddegoeendag hé 
goeiedagheuj,tseur 
goesting, zin ingoesting 
gokken, radenrouen 
golvend haarkruloar 
goochelengoocheleir 
gooienrooienro’en
gouden juwelengouwerk 
graaggeiren 
graangroan,terve,gijeste,rohheavere 
graanschovenschjeuf op stuiken 
graanschoven in veldstuiken 
grapjehrap 
grappigheid, om te lachen, om te pestenverveligaerd,ne kloon 
grasgas 
grasveld, bleekblieek 
grendelhrendl 
grens, streephrenze 
grens, streepdemete 
grijpen, pakkenstekken 
groentenhroente 
groep(jes)kladde 
groepje, trosjeulleken 
groot geworden, volwassenvolslegen 
grote dorstgreutendust 
grote handengreuteklauen 
grote knikkerbolleket 
grote portie, veel geld gekregengoevangetrokken 
grote trom (muziek)grossekesse 
grote wanordegreute zowe 
grote witte bonenboerentijenen 
gsmolten rundsvetroet 
gul, royaalrieoal 
gulpspriet 
gulzig drinkengulzigoard 
gulzig of veel etenbankan 
gulzigaardschoeffeleir 
haagwjeire 
haakjeauksken 
haar leeftijdeur aude 
haar manier van lopen, gaan, stappeneure hank 
haarfranjefroefroe 
haarfranjetsoep 
haarkapperkwaffeur 
haarspeldoarspelle 
haarstukjeoarstiksken 
haastost 
haast jeaostaost ou
haasten(rap stappen)oasten 
haasten(rap stappen)oastig 
haastigoastig 
haatgevoelensvrok 
hadden (wij)omenwij 
hagelslagmuizekorrels 
hakenoaken 
hakschoeneneugielekes 
halen, nemenoalen 
hallotseur 
hallo, goedendagweuj 
halshangertjeangerken 
halve garennewuiten 
halve garen, vreemd iemandwuter 
halvegaren, uilbadden 
handelaarandeleir 
handelaar in lompenvoddegoarder 
handelswaarmarsjandies 
handenklauen,pieuten 
handig verkopersjachleir 
handschoenen (zonder vinger)wanten 
handtassjakkos 
handvolaffel 
handwasjekattewasken 
hangertje (sieraad)angerken 

Ik daag ieder die op – of aanmerkingen heeft uit, om zelf de moeite te doen om een een dergelijke lijst bij mij aan te leveren.

Groeten, Gabien